We moeten het er écht nog een keer over hebben: de Keeling-curve

Want bijna al het andere – woningnood, covid, Oekraïne – verbleekt erbij. In mijn blog over Pioniers van het broeikaseffect is de term al een keer gevallen: de Keeling-curve = de hoeveelheid kooldioxide in de lucht = de maat van de opwarming = de omvang van de klimaatramp.

Er zijn in die blog ook al een paar waarden aan de orde geweest: in 1750 zweefden 278 deeltjes kooldioxide per miljoen andere deeltjes in de lucht (ppm). In 1958 was dat aantal tot ongeveer 315 ppm gestegen en in maart 2022 tot ongeveer 420. Dat is van belang omdat kooldioxide (CO2) een van de beruchtste broeikasgassen is. Laten we straks even kijken of we in de laatste fase van die geschiedenis een regelmaat kunnen ontdekken.

Eerst even de curve zelf. Je zou kunnen zeggen dat de Keeling-curve onze uitstoot weergeeft zonder rekening te houden met de politieke en andere smoezen die we verzinnen om ons handelen te rechtvaardigen. ‘Land A is zus-of-zo en hoeft daarom minder tegen de opwarming te doen dan land B.’ ‘Ik heb dit jaar recht op een vliegvakantie omdat ik geslaagd ben voor mijn eindexamen.’ ‘De uitstoot van veeboeren moet drastisch omlaag, maar die van onze eigen kinderen en andere huisdieren hoeft dat niet.’ ‘We mogen veel kooldioxide de lucht in schieten want de Russen zijn begonnen.’ ‘We noemen aardgas “groen”, want dan is het niet fossiel meer en telt het niet meer mee.’ De Keeling-curve toont de werkelijkheid zonder de verhalen.  De curve verbindt een reeks dagelijkse metingen die vanaf 1958 zijn gedaan door Charles Keeling en na diens dood in 2005 door zoon Ralph.

De Mauna Loa-berg op Hawaiï, waar de dagelijkse Keeling-waarden worden gemeten.

Je ziet meteen wat er zo huiveringwekkend aan is: de meedogenloze regelmaat ervan. Tussen 1958 en nu zijn er best dingen gebeurd die je in de curve had kunnen terugzien: de ondergang van een wereldmacht als de USSR dertig jaar geleden, de recente covid-pandemie met haar lege vliegvelden en halflege autowegen, de geregelde mondiale klimaatconferenties, de talloze initiatieven van goedwillende mensen die hun steentje wilden bijdragen. Zie jij ze terug in de curve? Ik niet.

Over dat laatste aspect – onze goede bedoelingen – schreef de Britse wetenschapsjournalist Mark Lynas iets behartenswaardigs. Je vindt het in zijn boek Final Warning uit 2020 over hoe de aarde eruit gaat zien per graad opwarming extra. En ik heb het ook geciteerd in mijn eigen boek over Eetgenot. Sommige dingen kun je niet vaak genoeg zeggen:

‘Al onze zonnepanelen, windturbines, elektrische auto’s, lithiumbatterijen, ledlampen, kerncentrales, biovergisters, persconferenties, stukken papier; al ons geschreeuw, onze ruzies, onze tranen, onze marsen, onze rapporten, ons wegkijken, onze ontkenningen, onze aanklachten, al onze redevoeringen, films, websites, lezingen en boeken; onze aankondigingen, koolstofneutrale doelen, momenten van blijdschap en wanhoop… Geen ervan heeft ook maar een klein deukje geslagen in de opwaartse helling van de Keelingcurve.’

Dat betekent niet dat al onze inspanningen en initiatieven verkeerd waren. Ze waren goed en dus de moeite waard. Ze waren goed omdat een wereld met veel biodiversiteit fijner is dan een wereld vol platgespoten akkers, weilanden en monoculturen. Goed omdat een wereld waarin mensen om elkaar geven, beter is dan een wereld waarin alles alleen om geld en efficiency draait. Maar niet ‘goed’ in de zin dat ze ook maar iets tegen de opwarming hebben kunnen doen. Er zijn namelijk altijd ook honderd goede redenen geweest om bossen plat te branden, datacenters te bouwen, armen een minimale welvaart te verschaffen. In de Keeling-curve zie je dat wél terug.

Aan de Amazone

Een belangrijke reden daarvoor is zonder enige twijfel de ‘positieve terugkoppeling’, het beruchte verschijnsel dat een ontwikkeling die eenmaal op gang is, zichzelf versnelt en daardoor onvermijdelijk uit de hand loopt. Het bekendste voorbeeld is dat van de smeltende poolkappen en gletsjers. Hun ijs was wit en kaatste daardoor een deel van de zonnehitte naar het heelal terug. Dat gebeurt steeds minder. Het ijs smelt, de hoeveelheid wit daalt, minder warmte kaatst terug, meer ijs smelt, minder wit blijft liggen… enzovoort. Zelfs als we op ditzelfde moment onze hele uitstoot van broeikasgassen zouden staken – bij de maatschappelijke ontwrichting die dan optreedt, is de covidpandemie kinderspel geweest – gaat het proces gewoon door: het versterkt zichzelf en heeft op zeker moment geen menselijke hulp meer nodig. Elke politicus of wetenschapper die ‘oplossingen’ belooft voor over 10, 20, 40 of 70 jaar en denkt dat de hele rest van de wereld intussen onveranderd is gebleven, is bijna per definitie een leugenaar of een malloot.

Wat heeft dat met ons eten te maken?

Uiteindelijk alles. Misschien ontspring je zelf net de dans, maar dat geldt niet voor je eventuele (klein)kinderen. Klimaatwetenschappers zijn altijd heel voorzichtig geweest in hun uitspraken. Hun inzichten waren nooit voor de volle 100% waar, alleen maar voor 92 of 95%. Veel mensen grepen dat aan om te denken dat het dus allemaal wel meeviel – alsof ze hun spaargeld zouden beleggen in een project waarvan de mislukking voor 92 of 95% zeker was. Die fase is achter de rug. Het ondenkbare is denkbaar geworden. Vooraanstaande wetenschappers speken openlijk uit dat de klimaatdoelen gaan mislukken, en hebben het over opwarmingen van 2 of 3 graden. Ik heb zelfs een krantenkop gezien die het over 4 graden durfde te hebben. Dat is veel.

Hierboven heb ik het al over de Britse wetenschapsjournalist Mark Lynas gehad. Hij schreef in 2007 een boek waarin hij – uitgaande van de toenmalige IPCC-rapporten en andere serieuze lectuur – liet zien wat steeds 1 graad opwarming extra – vergeleken met de 19de eeuw – eigenlijk betekende: 1%, 2% enzovoort tot en met 6% extra. Hij merkte in de loop van de tijd dat zijn gegevens steeds sneller achterhaald raakten, en besloot een herziening te schrijven. Die verscheen in 2020 onder de titel Final Warning.

Zijn hoofdstuk over 2 graden gaat uitvoerig op de voedselsituatie in. Interessant is zijn vaststelling dat het belangrijkste niet de gemiddelde temperaturen zijn maar de uitschieters naar boven. Boven de 32 graden wordt minder zaad gevormd, vertraagt de fotosynthese en verdampt steeds meer vocht uit de bladeren. Elke dag van boven de 30 graden verlaagt de opbrengst met 1% en bij droogte zelfs met bijna 2%. Bij een hittegolf van 3 weken kan de opbrengst dus met een kwart dalen. Boven een bepaald niveau gaat de achteruitgang zelfs nog veel sneller, zeker als het dan ook nog niet regent.

Mark Lynas

Het zal je niet verbazen dat de armste en kwetsbaarste landbouwgebieden het eerst en zwaarst getroffen worden. Maar ook veel rijkere landen krijgen het voor hun kiezen. Een artikel in het gezaghebbende PNAS voorspelde in 2017 alleen al voor Amerikaanse maïs een oogstverlies van 10% per graad extra opwarming per jaar. Voor andere belangrijke maïsproducenten gelden lagere maar nog steeds hoge percentages. Een soortgelijk beeld geldt voor negen andere belangrijke gewassen, zoals rijst en soja. Je kunt natuurlijk hitte- en droogtebestendige rassen kweken, maar ook die hebben uiteindelijk water nodig. Als het niet regent, houdt alles een keer op.

Jonge rijstplantjes bij droogte

Die droogte komt volop aan de orde in Lynas’ hoofdstuk over 3 graden. Hij gaat uit van een moment in het verre verleden toen het gemiddeld 3 graden warmer was dan in onze 19de eeuw – warmer dan het in de hele, miljoenen jaren durende geschiedenis van de mensheid ooit geweest is. Daarbij hoorde een zeeniveau dat veel hoger was dan nu: volgens sommigen 22 meter hoger, volgens anderen 8-14 meter hoger dan nu. Geologen kunnen daar iets over zeggen dat omdat ze op tientallen kilometers afstand van de huidige kustlijn stranden hebben gevonden. Als toen de Keeling-waarde was gemeten, zou die circa 400 ppm hebben bedragen. Ik ben geen geoloog en kan me best vergissen, maar denk eens na over twee mogelijke scenario’s:

  1. Bij 3 graden hoort een hoger zeeniveau dan nu. Dat betekent een veel kleiner landbouwgebied voor een mensheid die tegenwoordig miljoenen malen groter is dan in de tijd van de echte +3 graden – zelfs als de bevolkingsgroei op ditzelfde moment en met onmiddellijke ingang zou stoppen.
  2. De Keeling-waarde van 400, die eveneens bij een opwarming van 3 graden hoort, is een stuk lager dan onze huidige 420 (zie boven). Eigenlijk zijn we dus al over het 3 graden-niveau heen. Zelfs als we nu en met onmiddellijke ingang alle CO2-uitstoot (F1-races, huizenbouw, kinderen krijgen) staakten, zou de opwarming doorgaan totdat het niveau van 3 graden opwarming is bereikt. Mede vanwege de positieve terugkoppeling is een proces op gang dat helemaal niet te stuiten valt. Qua CO2-gehalte is het 3 graden-niveau al bereikt, maar voordat ook de bijbehorende temperatuur een feit is, moeten eerst nog poolkappen, permafrostvoorraden, gletsjers en tropische regenwouden worden opgeruimd. Dat gaat ons heus wel lukken! Wacht maar af.

Wat houdt die +3 graden voor de droogte en dus voor ons eten in? Sommige mensen zijn betere overlevers dan anderen, ook in tijden van honger en ontwrichting, en dat zal ook in de toekomst wel zo blijven. Ze worden er vast heel rijk van. Maar bijna achter in mijn boek over Eetgenot (Noordboek, € 22,50) vind je een hartverwarmend en inspirerend verslag van de manier waarop ook andere mensen zich staande houden, namelijk door lekker te koken en muziek te maken. Iedereen zal elke hulp kunnen gebruiken, want +3 graden is geen grap. Hittegolven van voorheen vier per eeuw worden jaarlijks.  Activiteiten buitenshuis worden dan levensgevaarlijk. In grote delen van Afrika wordt het nog in deze eeuw in circa de helft van het jaar ook ’s nachts niet koeler dan 40 graden en zal 60 procent van wereldbevolking worden blootgesteld aan minstens 20 dagen ‘dodelijke hitte’ per jaar. Al bij +2½ graad staan meer dan 1 miljard mensen bloot aan een hitte waarin werken in de open lucht levensgevaarlijk is. De woestijn rukt op, en een steeds groter deel van de begroeiing wordt een prooi van de vlammen. Het Middellandse Zeegebied krijgt het extra zwaar. Droogtes gaan er algauw tien jaar duren. Irrigatie is er alleen na ontzilting van zeewater mogelijk.

Etende man in een vluchtelingenkamp op het Griekse eiland Lesbos (maart 2020). Je kunt eraan zien wat onze premier Rutte goed genoeg vindt voor de generaties van nu. Maar wie weet zijn dikke kleding en houtvuurtjes in de toekomst wel niet meer nodig. (Foto: Deposit)

Natuurlijk komen er nieuwe migratiestromen op gang, ditmaal niet alleen van oorlogsslachtoffers en mensen op zoek naar werk, maar ook van klimaatvluchtelingen, kleine boeren en mensen op zoek naar een slok water en wat koelte. Maak je geen illusie over de manier waarop die behandeld gaan worden. Onze geliefde premier Rutte wil weliswaar graag dat we van alles doen ten behoeve van toekomstige generaties (‘mits het betaalbaar blijft’), maar in bijvoorbeeld de Griekse vluchtelingenkampen kun je zien wat er al met huidige generaties mag gebeuren.

Hoe dan ook: niet alle delen van de wereld worden even zwaar getroffen. Gebieden rond de evenaar blijven natter, gebieden rond de poolcirkels blijven koeler dan andere. De situatie is af en toe ironisch. Lynas ziet een grens tussen ‘onbewoonbaar’ en ‘nog-net-bewoonbaar’ lopen tussen Canada en de VS, en hij ziet de Canadezen een hoge muur langs hun zuidgrens bouwen om het schorem buiten de deur te houden – zoals de Amerikanen ooit het Mexicaanse geteisem hebben willen stuiten. Dat is bijna poëtische rechtvaardigheid.

Reacties (2)

  1. yvonne schreef:

    met belangstelling gelezen hoe jij je in de klimaat-en voedselcrisis verdiept.Hier geldt ook weer:wat is waar? Klimaatopwarming en stikstofuitstoot.,wetenschappers versus leken.
    b.v.in co2 metingen in de keeling curve zie je de uitbarsting van de Maunaberg in 1984niet terug, terwijl drones gemeten hebben dat bij een uitbarsting co2 vrijkomt (scientias.com )
    In climategate.nl/2022/01/onder professoren krijgt Timmermans er van langs.
    Ook zijn er veel boze mannen op sciencetalks.nl ,die twijfelen aan allerlei gemeten waarden.Het is een zootje naar mijn idee, iedereen roept maar wat, en ik denk toch dat het het beste is naar de wetenschappers te luisteren, die moeite doen om zo objectief mogelijk te meten hoe het er voorstaat met de klimaatcrisis en de stikstof uitstoot.
    (zie ook de opmerkingen over ecologen die de macht hebben, al of niet terecht.
    Fijne vakantie nog, Yvonne

    • Jacques Meerman schreef:

      Weet jij of inmiddels duidelijk is waarom die uitbraak van de Mauna Loa onzichtbaar bleef in de Keeling-curve? Ik kan me geen andere reden voorstellen dan dat één zo’n uitbraak in het niet verzinkt bij alles wat de mensheid direct en indirect uitstoot. Maar ik geef mijn mening graag voor een betere.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente artikelen